
De indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in november gestegen naar 130%. Een verdere stijging van de rente is de belangrijkste oorzaak van de toename van de dekkingsgraad.
De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, steeg in november naar 122%. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon.
Spannend voor 1 januari 2026
Over een maand zal een groot deel van de pensioendeelnemers van Nederland de overstap naar het nieuwe stelsel maken. De afgelopen maand regende het invaarbeschikkingen. Zo konden Pensioenfonds Zorg & Welzijn, PMT, Rail & OV en BPF Zuivel een positieve beschikking tegemoet zien. Ondanks dat een deel van de fondsen toch uitstelt, zal er een flinke transitie plaatsvinden per 1 januari 2026. “Nu wordt het echt realiteit”, zegt Frank Driessen (foto), Director Wealth, Aon Nederland, “Veel Nederlanders zullen een brief met de transitie-effecten ontvangen en kunnen per 1 januari een verhoging tegemoet zien. Er waren natuurlijk al wel fondsen over, maar nu gaat het om serieuze aantallen. Voor veel deelnemers zal dit goed nieuws zijn en wij gaan ervan uit dat het bij de pensioenuitvoerders ook allemaal goed gaat lopen.”
Andere spreidingstermijn
Tussen de fondsen die per 1 januari 2026 gaan invaren, zitten ook fondsen die afwijken van de standaard spreidingstermijn van 10 jaar binnen de standaardmethode. Met de standaardmethode wordt een verdeelsleutel bepaald waarmee de buffers binnen het fonds verdeeld worden. In de standaardtoepassing van deze methode krijgen jongeren wat meer en ouderen wat minder, een en ander afhankelijk van hun horizon. Er zijn ook fondsen die willen dat alle deelnemers evenveel buffer mee krijgen. Dan is er sprake van een spreidingstermijn van één jaar. Pensioenfonds Zorg & Welzijn is een van de fondsen die hiervan uit gaat. Ook Bpf Bouw gaat dit zo doen. Driessen: “De praktijk leert dat het heel moeilijk is om af te wijken van de 10 jaar spreidingstermijn. Het is interessant dat het nu een aantal fondsen gelukt is. Te zien is dat zij wel aanvullende maatregelen nemen om de evenwichtigheid te bevorderen, bijvoorbeeld bij hogere dekkingsgraden.”
Luxeproblemen
De hogere dekkingsgraden lijken positief nieuws voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. “Een gemiddelde dekkingsgraad van 130% is echt wel uitzonderlijk”, zegt Driessen. “Dit is het hoogste niveau sinds ruim 10 jaar.” Met een hogere dekkingsgraad is er meer te verdelen en lonkt een hogere invaarbonus. Bij de hogere dekkingsgraden kunnen de uitkomsten echter zo zijn dat ze de bandbreedtes raken die fondsen moeten afspreken. DNB vraagt aan fondsen om vooraf bandbreedtes vast te leggen waarbinnen de uitkomsten zich moeten bevinden. Bij een hogere invaardekkingsgraad en invaarbonus wordt de plus in het nieuwe stelsel groter en kan het zijn dat de uitkomsten voor sommige groepen te positief worden en de bandbreedtes raken. In dat geval vraagt DNB een pensioenfondsbestuur om nogmaals naar het pakket te kijken en de instrumenten anders in te zetten zodat het beeld meer evenwichtig wordt. “Hogere dekkingsgraden zijn goed nieuws voor de overgang naar het nieuwe stelsel, maar betekenen vaak ook dat de evenwichtigheidswegingen ter discussie komen te staan. Wij adviseren fondsen om zich hierop voor te bereiden”, zegt Driessen. “Dit blijkt ook duidelijk uit het beleid van fondsen die nu een positieve beschikking hebben ontvangen. Te zien is dat zij bij hogere dekkingsgraden bijvoorbeeld meer vermogen naar jongeren schuiven of gaan werken met een andere spreidingstermijn binnen de standaardmethode.”
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.







